Highlights van Sri Lanka

In Sigiriya steekt de Leeuwenrots zo'n 200 meter boven de jungle en de wijde omgeving uit. Niet gek dat koning Kashyapa (477- 495 na Christus) besloot een fort bovenop de rots te bouwen. Het platform op de top van de rots heeft een oppervlakte van 1,6 hectare, en werd in de gloriedagen van Sigiriya helemaal volgebouwd met koninklijke gebouwen. Het fort kreeg de bijnaam de leeuwenrots.

Het bolwerk was een versterkte stad van 70 hectare, aan de basis omringd door een slotgracht, met een vestingmuur en uitgestrekte tuinen. De wereldberoemde fresco's (oorspronkelijk waren het er 500, waarvan er slechts 19 zijn overgebleven) bevinden zich in een beschutte alkoof in de rotswand, die alleen kan worden bezocht een via een spiraaltrap. Deze fresco's zijn met natuurlijke aarde pigmenten op gips geschilderd.

De oude trap naar de top van de rots voert door de mond van een hurkende leeuw, waarvan alleen de enorme poten zijn overgebleven. Die poten geven een indicatie hoe gigantisch groot het hoofd van de leeuw moet zijn geweest. De ruïnes van de eens zo prachtige koninklijke citadel bevinden zich op de top van de berg. Diverse grotten voor meditatie, publieke podia en baden completeren deze unieke locatie. De meest indrukwekkende facetten van het unieke complex zijn de watertuinen, de fresco's van mooie maagden, de spiegelmuur met oude graffiti en het oude fort.

Het Singharaja regenwoud staat op de Wereld Erfgoedlijst vanwege het belang van dit natuurgebied voor het ecosysteem van Sri Lanka. Los daarvan is het het mooiste en grootste regenwoud van het eiland. Het plantenrijk is hier op z'n best, er zijn meer dan 830 bloeiende plantensoorten geteld.

Singharaja betekent leeuwenkoning, een verwijzing naar de Sri Lankaanse leeuw die hier leefde. Die treft u hier niet meer aan, maar wel apen, talloze vogels en mogelijk een olifant. Al zijn er hier niet veel meer van in dit natuurgebied.

Galle, aan de zuidwestelijke kust, was ooit de belangrijkste haven van het eiland, maar wordt nu vooral in een adem genoemd met het fort dat het stadje haar roem verschaft. Het iconische beeld is de vuurtoren.

Het fort, gebouwd op een schiereiland, was het middelpunt van een legervestiging van de Portugezen in de 16e eeuw. Later nog eens uitgebreid toen de Nederlanders er de macht namen. Nog altijd is er een 18e eeuwse Hollandse kerk te zien en zijn er straten met Nederlandse namen. Het fort heeft de twijfelachtige eer het grootste nog bestaande fort in Azië te zijn, gebouwd door Europese kolonisten.

Nuwara Eliya wordt niet zonder reden het 'Klein Engeland' van Sri Lanka genoemd. Alweer lang geleden genoten hier de Britse- en Schotse theehandelaren van het prettige klimaat. Het is een van de koelste plekken op het eiland (het kan er 's nachts zelfs behoorlijk fris worden). Landschappelijk doet het ook erg aan de groene valleien van Engeland denken.

Kijk rond bij de karakteristieke Britse landhuizen en Queen Ann stijl herenhuizen. Het wordt nog mooier door de achtergrond van bergen, valleien, watervallen en theeplantages. Het Victoria Park, in het midden van de stad, is een heerlijke plek voor een wandeling of een picknick en ideaal om vogels te bestuderen (er zitten hier zeldzame exemplaren). Ook voor veel Sri Lankanen is Nuwara Eliya een heerlijke plek om even op adem te komen en te ontsnappen aan de hitte en vochtigheid.

Vijftig tinten groen, dat is de kortst mogelijke omschrijving van het landschap rond het hoger gelegen stadje Ella.

Hier wordt het moeilijk niet de hele dag foto's te nemen. De panorama's behoren tot de mooiste die Sri Lanka te bieden heeft. U ziet er theevelden, heuvels en opvallende viaducten voor de trein. De beroemdste trein overgang is de Nine Arch Bridge. In de buurt van Ella zijn watervallen en grotten.

Het turbulente Ratnapura is het centrum voor de handel in edelstenen. Ratnapura betekent ook zoiets als 'de edele stad'. Er valt behoorlijk wat regen in dit gebied, maar dat heeft als voordeel dat het erg groen is en veel watervallen kent. Omdat het er ook behoorlijk warm is wordt de stad grappend ook weleens 'het Turkse bad' genoemd.

Waarschijnlijk had Sri Lanka (dat toen nog niet zo heette) tweeduizend jaar geleden al de bijnaam van het 'eiland van de edelstenen'. Die reputatie is gebaseerd op wat er in dit gebied rond Ratnapura is gevonden. Om maar eens wat te noemen: de Blue Giant of Orient, een ongeveer 465 karaats saffier, de grootste ter wereld, of de Rossar Reeves Star Ruby, een van de grootste en duurste robijnen. Veel van de saffieren, robijnen en 'kattenogen' (een steen die verkleurt met de wisselende lichtinval) worden gedolven in de vallei bij de rivier Kalu Ganga.

Kandy wordt omringd door heuvels, theeplantages en regenwoud. Het Bogambara Meer (of Kandy Meer) vormt het hart van de stad. Beroemd is de Sri Dalada Maligawa, de Tempel van de Heilige Tand (van Boeddha).

Kandy is een leuke en fascinerende stad vol energie. Het leven beweegt zich tussen oude tradities en gebruiken en invloeden van een modernere levensstijl. U kunt er dus naar eeuwenoude tempels, maar even gemakkelijk ook een avondje uit. Van Kandy wordt weleens gezegd dat het er zelfs leuk is als er een halo van mist en regen rond de stad hangt.

De Tempel van de Heilige Tand in Kandy bezit een tand van Boeddha, het belangrijkste religieuze relikwie van Sri Lanka. Wie deze tand bezit, zo wordt geloofd, heeft het recht het land te besturen. Niemand krijgt de tand te zien, deze zit goed opgeborgen in een kleine gouden stoepa (en wordt goed beschermd).

Voor het bezoek maakt het niet veel uit. Er is genoeg te zien en te doen. Er zijn meerdere altaars, kleinere tempels en een museum. En er zijn dagelijks meerdere rituelen. Eens per week (op woensdag) wordt de tand ritueel gewassen. De tempel ligt binnen de muren van het koninklijk paleis, waar tot in de 19e eeuw de koning woonde.

Een bezoek aan de Vlakte van Horton is voor vele ook een tripje naar 'het einde van de wereld'. 'World's End' is een steile rotswand met een bijna 900 meter (!) diepe afgrond.

De Sri Lankanen noemden dit uitgestrekte gebied heel simpel 'de grote vlakte' (Maha Eliya). Maar omdat ene meneer Horton er ten tijde van het Britse bestuur er graag op jacht ging, staat het nu bekend als de Horton Plains, de vlakte van Horton.

Horton Plains, met savanne, watervallen en bos, ligt meer dan 2.300 meter boven zeeniveau en wordt omringd door de twee hoogste bergen van het eiland, de Krigalpottha en de Totupola.

Aan de kust in het Zuiden van Sri Lanka ligt Tangalle, dat in het Sinhala refereert aan de vele rotsen die hier liggen. Toch heeft Tangalle ook een lang zandstrand.

Tangalle is van oudsher een vissersdorp, maar heeft een prettig klimaat en kan daardoor op aanloop uit de verre omgeving rekenen. Er staat ook een oud Nederlands fort dat nu als gevangenis dient. Niet de enige Nederlandse architectuur als u hier om u heen kijkt. Tangalle was een belangrijke haven voor de kolonisten.

Het Udawalawe National Park, sinds 1972 een beschermd natuurgebied, is ongetwijfeld een van de beste plekken op aarde om nog kuddes wilde olifanten te zien. En dat niet alleen. In dit enorme grasland met doornstruiken, dat omringd wordt door bergketens, leven ook veel herten, neushoornvogels, arenden, wilde zwijnen, apen, jakhalzen, felgekleurde pauwen en wilde buffels.

Jammer genoeg wordt er nog maar heel zelden een luipaard gesignaleerd. Het gebied, dat doet denken aan de Afrikaanse savanne, heeft teak plantages en watergebieden bij het grote Udawalawe stuwmeer en de Walawe rivier.

De rotstempel van Dambulla, ook wel bekend als de Gouden Tempel van Dambulla, is een enorm geïsoleerde rotsmassa van 152 meter hoog en 1,5 kilometer in doorsnede.

Stelt u zich dat even voor! Deze grotten beschermden ruim tweeduizend jaar geleden koning Walagamba uit Anuradhapura gedurende zijn 14 jaar in ballingschap. Toen hij de troon heroverde besloot hij onder dat massieve dak van steen een tempel te maken.

Negombo is aanzienlijk rustiger en kleiner dan hoofdstad Colombo. Het ligt aan de gelijknamige lagune en heeft een kilometers lang strand. Omdat het niet al te ver van het vliegveld ligt, is het een mooie plek uw reis te beginnen.

In Negombo valt nog veel van het koloniale verleden te zien. De Portugezen hadden het lang in bezit, net als -u voelt het aankomen- de Nederlanders. De Portugezen lieten veel kerkjes na. Van het midden van de 17e eeuw tot in de 18e eeuw (toen werden de Nederlanders verjaagd door de Britten) werd hier veel kaneel vandaan gehaald. Er staat nog altijd een Hollandse Poort (nu onderdeel van een gevangenis) en er ligt een door Nederland aangelegd kanaal.

Een kleine duizend jaar geleden werd Pollonaruwa de hoofdstad van Sri Lanka (dat toen nog niet zo heette). Het land was hier vruchtbaar en een rivier zorgde ervoor dat het koninkrijk goed bereikbaar was. Nu is Pollonaruwa de beste plek op het eiland om iets te zien van de cultuur en rijkdom die toen volop aanwezig waren.

Onder koning Parakramabahu floreerde de handel en de landbouw en werd een irrigatiesysteem gebouwd dat lang na de teloorgang van het rijk nog altijd werd gebruikt. Pollonaruwa vormde ook het religieus middelpunt op het eiland. Niet voor niets staat Pollonaruwa op de Werelderfgoedlijst van de Verenigde Naties.

Wadduwa, een vissersstadje, is gezegend met een kust vol palmbomen en een uitgestrekt zandstrand. Er is naast visserij vooral bedrijvige houtbewerking. Liefhebbers van een lang nachtleven hebben in Wadduwa niet veel te zoeken.

Wadduwa ligt niet al te ver van de luchthaven van Colombo en is dus zeer geschikt als het beginpunt of slotstuk van een reis.

Toen Boeddha voor de derde keer Sri Lanka bezocht, ging hij als eerste naar Tissa, zo noemen ze in Sri Lanka voor het gemak Tissamaharama. De verering van Boeddha is nog altijd het best waar te nemen bij de Tissamaharama Raja Maha Vihara tempel. Boeddha verbleef hier met 500 arhats, personen die allemaal de verlichting bereikte.

Er ligt ook een oud klooster met de blikvanger van het complex, de Tissamaharama Dagoba stoepa. Het witte religieuze monument, dat al 200 jaar voor Christus door koning Kayantissa werd gebouwd, is 56 meter hoog en telt 165 meter als u er omheen loopt.

De natuur dringt zich hier op. Er liggen meerdere natuurparken in de omgeving en de stad zelf ligt aan een fraai meer. Als u al ooit een luipaard in het echt zult tegenkomen is de kans in Yala National Park het grootst. Hier leeft de grootste groep wilde luipaarden ter wereld. Trouwens ook wilde olifanten, beren, pauwen, herten en een enorm scala aan vogels.

U bent er toch. In ieder geval dan toch bijna. Een mooie rondreis door Sri Lanka kan niet beter worden afgerond en voltooid dan met een paar spectaculaire dagen op de Malediven.

De eilandengroep is de verzinnebeelding van een romantisch en exclusief verblijf op een van de mooiste plekken op aarde. Grijp die mogelijkheid als het kan. De Malediven liggen op slechts twee uur vliegen vanuit Sri Lanka en zetten de kroon op uw rondreis door het voormalige Ceylon.